20 Surinaamse en Antilliaanse schrijvers in 'Dat wij zongen'

Afrorepublic
0

De boeken van Caribische schrijvers lagen in een dichtgetapte doos op de kast. Maar toen ik de bundel 'Dat wij zongen' las veranderde er iets. 


De bundel, uit 2022, is een collectie van essays en fragmenten over het werk van twintig Caribische schrijvers. Ze zijn geschreven door hedendaagse schrijvers en ze gaan over de Antilliaanse schrijvers Frank Martinus Arion, Pierre Lauffer, Boeli van Leeuwen en Tip Marugg. 

 

De Surinaamse schrijvers waarover wordt geschreven zijn: Albert Helman, Papa Koenders, Edgar Cairo, Bernardo Ashetu, , Kwame Dandillo, Hans Faverey, Leo Henri Ferrier, de gebroeders Penard, Anil Ramdas, Astrid H. Roemer, Johanna Schouten-Elsenhout, Shriniväsi, Michaël Slory, Bea Vianen, Charles J. Wooding en Ellen Ombre.  

 

De bundel is samengesteld door Julien Ignacio, Raoul de Jong en Michiel van Kempen.

 

 Zoektocht

Een paar goede reviews van het boek zijn: 'Ruimte voor literaire ontregeling', een review van Ernestine Comvalius. Ze is van mening dat het ontwikkelen van een eigen perspectief, waar een schrijver als Anton de Kom voor pleitte, nog steeds gaande is. En de review 'Dat wij zongen - Twintig Caraïbische schrijvers om nooit te vergeten' van Jeroen Heuvel, die de Antilliaanse auteurs bespreekt. 

Voor Nederlanders die veel van de schrijvers niet kennen is het boek een goede introductie, voor alle anderen is het misschien een hernieuwde kennismaking, een herontdekking, of iets anders. 

Voor mij als tweede generatie Surinaamse-Nederlander was het iets anders. De meeste schrijvers en hun boeken kende ik, maar ik was ook lang geleden tot de conclusie gekomen dat het allemaal verjaard was. Dus waarom zou ik het werk van Caribische en Surinaamse schrijvers uit een ver verleden opnieuw willen lezen?  

 

Mijn leesgeschiedenis en de zoektocht zal niet veel verschillend zijn geweest van veel andere geïnteresseerde Surinaamse lezers. Het bestond uit het lezen van boeken van Edgar Cairo, Astrid Roemer en Albert Helman,  het kopen van verhalenbundels van andere Surinaamse schrijvers, en het lezen van oude Surinaamse magazines waarin artikelen stonden over de schrijvers en hun boeken.  Zie alle links onderaan.
 

Het was ook een historische zoektocht. De verkeerde Zuid-Amerikaanse afslag was  de ‘Open Veins of Latin America’ van Eduardo Galeano. Ik wist toen niet dat Suriname weliswaar geografisch ligt in Zuid-Amerika, maar cultureel behoort tot het Caribische gebied. Maar de geschiedenis van de exploitatie was hetzelfde.

De goede afslag was het boek 'Van Priary tot en met De Kom' van de controversiële Surinaamse schrijver Sandew Hira. Het was een radicale visie op de exploitatie van Suriname. Ik kwam er pas later achter dat het een 'Marxistische visie' was op de geschiedenis van Suriname. Maar het was toen een goed tegengewicht voor het boek ‘Avonturen aan de Wilde kust’ van Albert Helman. 

Na verloop van tijd ging ik weer Zwarte mainstream-boeken lezen. Na de klassieker Black Skin, White Masks van Frantz Fanon kwam die gemeenschappelijke lijst van boeken die je gelezen moest hebben als je Zwart bent. Die van mij waren: The Fire next time van James Baldwin, Invisible man van Ralph Ellison en Between the World and Me van Ta-Nehisi Coates. Het boek van Wij slaven van Suriname van Anton de Kom was een van de weinige boeken die naadloos paste in dat rijtje. Veel andere boeken volgden, maar geen Surinaamse.

Caribische schrijvers 

 
Dus wat moest ik doen met boeken van die andere Surinaamse schrijvers? Edgar Cairo was inmiddels overleden, en een postume herwaardering van zijn boeken bleef uit. Roemer schreef nog steeds over Suriname. En de boeken van Bea Vianen gingen over de raciale strijd tussen hindostanen en creolen, iets wat voor mij steeds meer een ver-van- mijn-bed-show werd. 

 

Toen in 2018 de minister van Buitenlandse Zaken Stef Blok Suriname een 'failed state' noemde, lag er allang een dikke laag stof op mijn boeken en tijdschriften.  
 

Fast-forward, veranderde er iets. Door de Black Live Matter-demonstraties hoorde ik verhalen van mensen waarvan ik niet had verwacht dat ze hun verhaal zouden vertellen. En in dit herdenkingsjaar van de afschaffing van de slavernij werden oude vergeten boeken weer opnieuw gelezen en besproken. Zo ook in deze bundel, maar dan vanuit een persoonlijk schrijversperspectief. Om er een paar te noemen. 

 

Voor Daphne Huisden was het de link tussen Papa Koenders en Malcom X. Koenders stond bekend als de bevlogen cultuuractivist en pleitbezorger van de Surinaamse taal. Ik had wat gelezen over Koenders, maar die relatie had ik niet gelegd.  

 

Astrid Roemer zag in het boek De stille plantage van Albert Helman dezelfde naargeestige ondergang terug als in het huidige Suriname. Het opmerkelijkste voor mij was dat ze het boek pas voor het eerst in 2022 gelezen had. 

 

En Shantie Singh schreef over Anil Ramdas en vooral over zijn plaats als Hindostaan in Nederland, Suriname en India. Maar ze schreef ook over haar eigen reis als tweede-generatie hindostaanse-Nederlandse. Beide werelden kende ik niet.   

 

Ruth San A Jong schreef een prachtige ode aan de overleden dichter Michaël Slory. Een dichter die overkwam als een verloren idealistische man die slenterde over de straten van Paramaribo, maar dat niet was.

 

Het verhaal van dichter Fred Shaffer was een inkijk in de beklemmende gedachten en gedichten van de joods-creoolse Surinaamse dichter Bernardo Ashetu, die het korte must-read gedicht heeft geschreven 'Dat ik zong'.  Deze naam is gebruikt voor de titel van de bundel ‘Dat wij zongen’. 

 

Wintipriesteres Marian Markelo schreef een verhaal over haar wintiheld Charles J. Wooding. Wooding schreef een wetenschappelijke dissertatie over de godsdienst, en Markelo bouwt daarop voort. Toen ik Surinaamse gedichten las van creoolse dichters, zoals Trefossa en Johanna Schouten-Elsenhout, heb ik een boek gekocht over de Winti omdat ik bepaalde verwijzingen niet begreep. Toen ik Markelo's essay las begreep ik waarom. 


Bij Gershwin Bonevacia voelde ik de diepe liefde voor zijn Papiaments. Zijn taal als gift voor zijn ongeboren zoon. Wow!


Ik heb het boek van 'Dat wij zongen' overal mee naar toe genomen, maar toch vroeg ik mij af waarom ik dit allemaal nog zou willen blijven lezen? Voor mensen die deze schrijvers niet kennen is dit natuurlijk anders. 

 

Ik kan mijzelf de cliché-reden geven zoals, dat ik mijn eigen Caribische cultuur moet kennen, of dat de schrijvers de Surinaamse Baldwins, Malcom X’en en de Ralph Ellisons zijn van mijn eigen geschiedenis. Maar dat is het niet. 

 

Misschien klinken de verhalen van Surinaamse en Antilliaanse schrijvers als liedjes die zijn opgeslagen in mijn onderbewustzijn. Het is alsof ik een radio aanzet en spontaan ga meebewegen. Het voelt als het warme zand van een erf in Suriname en proeft als schaafijs met Orgeade. Het ruikt naar een oude Bijlmerflat en voelt aan als een BLM-protest. Misschien is er geen reden, maar krijg ik van Caribische literatuur een bepaald gevoel waardoor ik het blijf lezen.    


Update

Waarschuwing. In het boek 'Dat wij zongen' staat een tekstfragment van de Antilliaanse schrijver Tip Marugg, en wel uit zijn eerste boek Weekendpelgrimage.  Het verhaal gaat over de belevenissen van een bezopen Blanke man op Curaçao, die vrijwel alle racistische denkbeelden en vooroordelen uitspreekt die er zijn over Zwarte mensen. Of men dit verhaal in een bloemlezing van voornamelijk Zwarte Caribische schrijvers had moeten opnemen is natuurlijk de vraag. 


Hieronder links en informatie die ik heb gebruikt bij een zoektocht (uit een ver verleden) om de Surinaamse literatuur als lezer beter te kunnen begrijpen, met een uiteraard een update.


Boek Jaguarman

Je kunt de bundel 'Dat wij zongen', niet los zien van het boek 'Jaguarman' (2021) van Raoul de Jong. Het is zijn zoektocht naar zijn Zwarte voorouders in Suriname, en tevens een reis door de geschiedenis van Suriname.

Boek Creole Drum

 
 
Creole drum - An Anthology of Creole Literature in Surinam , by Vernie A. February, Ursy M. Lichtveld, Jan Voorhoeve (uit 1975) is de eerste compilatie van poëzie en de proza van Suriname. Het is de eerste bijbel van de Surinaamse literatuur.
 

Surinaamse Muziek en Poëzie



De stilte van het ongesproken woord’ (‘Tiri fu den wortu di no taki’) was een project uit 2015 waarin poëzie van drie roemrijke dichters, Dobru (R. Raveles) Trefossa (Henny de Ziel) en Shrinivasi, zijn verwerkt tot muziekcomposities. 


Diversiteit, Uitgeverijen en een Bookstore

 

 
De Transculturele uitgeverij Masusa gaf tussen 1994 en 1995 het blad Palet uit. De eindredacteur was de Surinaamse schrijver/dichter Ludwich van Mulier.
 
Hieronder een lijst van jonge creatives met Caribische roots, die actief zijn in de boekenwereld.
  • Uitgeverij Chaos  - Een intersectionele feministische uitgeverij, opgericht in 2017 door Sayonara Stutgard, Thalia Ostendorf en Yael van der Wouden.
  • Uitgeverij Wilde Haren -  Opgericht door D'Avellonne van Dijk en Loulou Drinkwaard in de zomer van 2020. Ze houden zich bezig met representatie in verhalen en illustraties.
  • De Bijlmer Bookstore  - Opgericht in 2021 door Nathifa en Zuwena Elshot, twee jonge zussen uit Amsterdam Zuidoost.
  • The Base Bookspace  - Opgericht in 2021 door de Rotterdamse Lianne Enkhuizen.

 

Overzicht Surinaamse Schrijvers

Het Schrijversprentboek Suriname werd in 1997 uitgegeven door Sticusa en het Nederlands Letterkundig museum. Het fotoboek geeft een overzicht van de Surinaamse schrijvers, aangevuld met biografieën.  
 

Thalia Ostendorf bouwde daarop voort, en maakte in 2020 voor het literatuurmuseum de online-expositie Surinaamse schrijvers. De weg naar een onafhankelijke literatuur over het leven van Anton de Kom, Albert Helman, Rudie van Lier, Trefossa en Bea Vianen.

 

Geschiedenis Surinaamse Literatuur


 

In 'Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur (5 delen) uit 2002 van Michiel van Kempen, hoogleraar Nederlands-Caraïbische Letteren, komt de literatuur van de afgelopen eeuwen uitgebreid aan bod. Evenals de levendige portretten van moderne schrijvers als Edgar Cairo, Astrid Roemer, Cynthia Mc Leod, Clark Accord, Ellen Ombre en Anil Ramdas. 


Surinaamse Cultuur

Het Instituut ter Bevordering van de Surinamistiek (IBS) is een stichting die de studie op het gebied van de Surinaamse talen, culturen en geschiedenis wil initiëren en bevorderen. Zie de website Surinamistiek.nl  

De vereniging publiceerde het cultureel tijdschrift OSO. Dit tijdschrift voor Surinamistiek verscheen van 1982 t/m 2017, zie alles edities van OSO online. Zie ook OSO op Facebook.


Caribische literatuur: Essays 

Als je de Caribische literatuur wilt begrijpen moet je de context kennen.
 

 
Belangrijke bloemlezingen en boeken worden gedigitaliseerd, zo ook Bzzlletin 143 (1987) 'De Caraibische verbeelding aan de macht', een special over de Surinaamse en Antilliaanse literatuur. 
 
Probleem is dat deze editie niet goed is ingescand en daarom als geheel moeilijk vindbaar is, tenzij je de inhoudsopgave kent. Daarom alle artikelen van deze editie op een rij. 


 

Surinaamse literatuur: Verhalen en Essays 

 

Michiel van Kempen stelde twee bundels samen in 1989:  

 

Essays in  Surinamanummer Bzzlletin 40 1976

 

Literair tijdschrift Black Flash

 
Een tijdschrift waarin artikelen stonden over Afro-Amerikaanse, Surinaamse en Antilliaanse schrijvers. De  eindredacteur was de niet onomstreden schrijver/publicist Jullian With. Het blad werd uitgegeven van 1991 tot en met 1994.

Adek, maandblad van Surinamers in Amsterdam



Het blad Adek, acroniem van Anton de Kom, was geen literair magazine, maar een magazine waar soms ook reviews van boeken, gedichten, en de verslagen van literaire boeken in werden gepubliceerd.  


In het bovenstaande nummer een verslag van een optreden van de Surinaamse schrijver Edgar Cairo. En een interview met de schrijver Lou Lichtveld (Albert Helman) over de documentaire 'Avonturen aan de wilde kust' dat gebaseerd was op zijn gelijknamige boek

 

Adek, het maandblad van Surinamers in Amsterdam, werd uitgegeven door het Centrum Anton de Kom van 1981 tot en met 1983. 

 

Tags

Post a Comment

0Comments
Post a Comment (0)