
De directe aanleiding voor het kopen van het boek weet ik niet meer. Maar het moet iets te maken hebben gehad met de zoveelste opleving van de Surinaamse cultuur in Amsterdam.
Djari lezen is wennen aan het Cairojaans, zoals hij zijn taal noemde, en daar zal je even doorheen moet bijten. Maar als je daar doorheen bent dan lees je een stuk onnavolgbare Surinaamse literatuur. Djari is overigens niet een van zijn bekendste boeken.

Om vooruit te komen wil Bo zijn niet nog niet afbetaalde erf met winst verkopen, zodat hij de koopsom kan aflossen en een nieuw stuk erf kan kopen, vrij van lasten. Maar de werkelijkheid van het dagelijkse bestaan pakt anders uit.
Een erf is meer dan alleen een stuk grond: er zit een stuk historie aan vast; er heerst een Erf-Moeder waar men onvermijdelijk mee te maken krijgt. Voeg daarbij Bo’s fysieke handicap en de afgunst en wraakgevoelens van zijn omgeving en de dramatisch gevolgen kunnen niet uitblijven.'