Halverwege de jaren 70 werd Suriname een zelfstandig land. Voor de een was dit een lang gekoesterde wens, voor de ander kwam het juist veel te vroeg.
Op 25 november 1975 kwam er een einde aan het Nederlandse koloniale bewind, en werd Suriname onafhankelijk. Maar was dit eigenlijk wel een gedeelte wens?
De Hindustaanse activiste Djankdee Quintus Bosz: "Heel weinig mensen waren voor, laten we zeggen bijna 90% was tegen onafhankelijkheid. En toen in de tijd hebben wij, zeven vrouwen, een anti-onafhankelijkheidsbetoging georganiseerd.
En wij hebben de grootste betoging in Suriname georganiseerd."
Waarom had u die demonstratie georganiseerd?
Quintus Bosz:"Omdat wij die onafhankelijkheid nog niet wilden hebben, omdat wij nog niet rijp waren. Je kan niet tegen een klein kind van 5 jaar zeggen ga in de universiteit zitten."
Hoe komt het dat de Creolen voor onafhankelijkheid waren in die tijd en Hindoestanen tegen?
Oud president Ramsewak Shankar: "De creolen waren in hun ontwikkeling veel verder dan de Javanen en de Hindoestanen, dus die hadden ook contact met de buitenwereld en die hoorden van het nationalisme in de wereld en zo zijn ze begonnen."
De hele documentaire-serie
Leven in koloniaal Suriname, deel 1
In het eerste deel staat het dagelijks leven na de oorlog centraal. Ruim ondersteund door bijzondere archiefbeelden vertellen inwoners van Suriname over de toenemende welvaart, het wonen in de stad, op de plantage en in het binnenland. Zie Leven in koloniaal Suriname, deel 1
Leven in koloniaal Suriname, deel 2
Deel twee beschrijft het langzaam opkomend nationalisme vanaf de jaren 60. Voor een belangrijk deel van de bevolking is Nederland het grote voorbeeld en het Koninklijk Huis wordt op handen gedragen. Maar kleine groepen beginnen eigen identiteit en cultuur steeds meer te koesteren en pleiten uiteindelijk voor complete zelfstandigheid. Zie Leven in koloniaal Suriname deel 2
Post a Comment