Activiste Barryl Biekman moest vechten om het woord 'excuses' voor het slavernijverleden te kunnen gebruiken. Op 19 dec 2023, precies 1 jaar na de excuses van Rutte, sprak ze in het debatcentrum De Bali in Amsterdam over haar strijd en het moment waarom alle vrees verdween om vrijuit over de excuses te praten.
In 2024 kreeg ze tijdens de Black Achievement Month de oeuvreprijs uitgereikt voor haar decennialange strijd voor de erkenning van de slavernijverleden.
Lees interview
Rokhaya Seck: Ze is pedagoge, mensenrechtenactivist, en zet zich haar hele leven lang in voor de erkenning van het slavernijverleden en de doorwerking daarvan in het heden. Ze heeft ongelooflijk veel gedaan, zo heeft ze bijvoorbeeld het NINSEE opgericht, het Landelijk Platform Slavernijverleden, en ook was ze initiator voor het slavernijmonument in het Oosterpark. Voor haar werk ontving ze vele prijzen; zo is ze bijvoorbeeld bekroond tot officier in de Ere-Orde van de Palm in Suriname. Een hartelijk applaus voor mevrouw Barryl Biekman.
Rokhaya Seck: Welkom mevrouw Biekman. Toen een jaar geleden de excuses kwamen, zag u dat toen ook als een erkenning van uw werk?
Barryl Biekman: Volgens mij ben ik helemaal dichtgeklapt, omdat de voorouders eigenlijk best jaloers zijn, de voorouders op wie schouders wij rusten. Daarna zou ik u willen vragen of we kunnen beginnen met een minuut stilte, zodat ze ons hier kunnen omringen, zodat ik kan spreken.
RS: Dat lijkt me een heel goed idee. Gaat u het inleiden? Ik heb mijn wekker gezet.
DB: Hartelijk dank, dank u wel. Ja, en ik weet zeker dat ze nu hier zijn en dat ik nu mag spreken.
RS: Mijn vraag was of u het ook zag als een erkenning van uw werk, die excuses.
BD: Erkenning van mijn werk, erkenning van het werk van velen die ook betrokken zijn bij het Landelijk Platform Slavernijverleden. Ik zie een aantal hier in de zaal, bijvoorbeeld Brada Kkusi, en ik zie ook Patricia Gomez, en eigenlijk ook onze coach, mentor, als ik haar zo mag noemen. En hartelijk dank dat ik er mag zijn.
Ja, of ik het zag, of het een erkenning is van mijn werk. Dat wil zeggen, een deel. Want we praten over, als we het hebben over excuses, dan praten we over excuses in de context van ‘reparatory justice'. Het is een onderdeel daarvan.
En ik weet nog dat we tijdens de vooraankondigingen dat het zou komen, hebben geprobeerd om minister-president Rutte tot inkeer aan te sturen.
Dat was vorig jaar, omdat we vonden dat excuses zoiets zijn, vooral als het gaat om de tekst, dat je dat doet in samenspraak. We vinden, we vanuit het LPS [Landelijk Platform Slavernijverleden], de gedachte van LPS, maar ik denk ook vanuit de gedachte van heel veel, laten we zeggen, tot slaaf gemaakte nazaten, dat het een tweerichtingsverkeer is. Je biedt excuses aan en de ander aanvaardt het. En het mooie daarvan is dat je de excuses doet in het kader van een, van een holistisch concept, dat je dat dan zo doet en dat we met elkaar afspreken wat na die excuses zal volgen. Maar in ieder geval, 1 juli vond ik geweldig, omdat toen de koning excuses aanbood.
En ik heb een trits van organisaties, de kerken, de toeleveringsbedrijven, assurantiekantoren, de banken, families. Ja, ja, die eigenlijk in de hele constellatie van de trans-Atlantische slavernij betrokken zijn geweest. En natuurlijk de Nederlandse staat, die vergunningen heeft uitgegeven voor de slavernij zodat de Afrikanen konden worden gekidnapt en vervoerd om dwangarbeid te verrichten. Zo dus, in die context. Als we het hebben over succesvolle excuses, dan mist het een teentje, maar ik denk dat als ik zeg dat minister-president Rutte, dat we hebben aangestuurd om tot inkeer te komen.
We hebben ook gesprekken gevoerd met de ministers, waarbij de minister zegt van ja, maar het, je zou dan iets historisch. Wat is 19 december? Het heeft totaal geen enkele historische betekenis. Later bleek van wel, dus toen heb ik met het Landelijk Platform Slavernijverleden, hebben we andere data voorgesteld. Maar niets heeft mogen baten. Minister-president Rutte is gewoon doorgegaan met 19 december. En gelukkig heeft hij gezegd: We zetten geen punt erachter, maar een komma.
En om terug te komen op uw vraag. U moet zich voorstellen in het begin, en dat weet onze held, icoon Roy 'Kaikusi' Groenberg.
Toen hij hoorde over de verrichtingen van Sophiedela [Afro-Europese Vrouwenbeweging] in de 80er jaren, was hij de eerste die een brief stuurde om ons geluk te wensen.En dat was zo’n empowering moment.
Boze gezichten
Ja, ik moet u zeggen dat, ja, nu kan ik erom lachen, maar toen we op het ministerie bezig waren met voorbereidingen voor de commissievergadering van de Tweede Kamer die het moest goedkeuren, ons verzoek moest goedkeuren. Mocht ik, ik weet niet dokter Fernandes Mendes in de zaal zit?. Nee. Maar we werden geïnstrueerd dat we het woord ‘excuses’ niet in de mond moesten nemen, herstelbetalingen dan. Ik was nog heel jong, herstelbetalingen.
RS: Wanneer was dat ongeveer?
BD: Het was in '95, '99, '99. Ik denk dat we dezelfde leeftijd hadden al zij, toen. En ik vond het vreemd, hè. Geen excuses dus, nee, geen excuses.
Zo had ik, mijn eerste speech was in 1999, toen we een gezamenlijke bijeenkomst hadden, had ik per ongeluk, wel dat woord 'excuses' in mijn tekst, aangehaald. Nou, dat werd eruit geschrapt.
De tweede bijeenkomst in 2000, in de grote kerk in Den Haag, werd weer geschrapt. En de derde was in Rotterdam in de Koningskerk, werd weer geschrapt.
RS: En toen hield u zich wel dan netjes daaraan? Dat u ook, het woord excuses niet gebruikte.
BD: Nee, eigenlijk niet, want het stond iedere keer in mijn speech.
RS: En als u de speech voorlas?
BD: Nou, nee, want ik moest mijn speech [laten zien]. Bij de overheid is het protocol, dat als bepaalde hoogwaardigheidsbekleders met ministeriële verantwoordelijkheid aanwezig zijn, ze alle teksten willen zien.
Want stel je voor, dat je iets gaat zeggen dat niet door de beugel kan. Dus toen dacht ik, en dat had ik samen met professor Alex van Stipriaan afgesproken. Ik zei tegen hem, ik krijg nu de kans, 2002, bij de onthulling van het monument om iets met excuses te doen. Wat zal ik doen?
Ik was gehouden om mijn tekst in te leveren, dus tot in de ochtend van 1 juli 2002, heb ik volgehouden dat ik een gedicht zou voorlezen. Volgehouden dat ik een gedicht zou voorlezen? Nee, het gedicht zat in mijn hoofd.
Een paar uur voor de bijeenkomst begon, de start van de ceremonie, was het mij weer gevraagd. Dus waar is het briefje precies? Ik geef dit aan om aan te geven hoe erg het toen was als je dat woord excuses gebruikte.
RS: Hoe werd daarop erop gereageerd toen u wel dat woord excuses gebruikte?
BD: Ik had nog niet eens dat woord excuses gebruikt. Maar iedereen was blij toen ik naar het katheder liep, en ik had niks in mijn hand, dus ze dachten van: oh, dat komt goed, ze gaat een gedicht voorlezen. Toen ging ik in mijn borst en haalde ik er een papier uit. En ik zag minister-president Kok kijken: hoe kan dat? De commissaris van de koningin, iedereen was in paniek. Boxtel [Minister], nee, dat heb ik niet geweten. En de koningin zat rustig.
En ik heb toen mijn tijd echt genomen om ook tot de koningin te spreken. Want je mag niet rechtstreeks tot de koningin spreken, maar ik wilde de koningin in herinnering brengen, dat het koningshuis wel degelijk ook verantwoordelijk is voor het slavernijverleden. Dus ik zag Noraly Beyer, die was er toen, en die dacht van, dat kan niet. Nee, dat kan niet, dat kan helemaal niet.
Dus ik nam een briefje en ik las voor. En iedereen, ik zag ze kijken, volgens mij hebben ze niet eens geweten wat ik heb gezegd. En ze keken, en ik wist dat iedereen boos was.
Dus ik stond op, en nee, ik liep, en ik liep, en ik liep, en ik liep. Ik zag die verbeten ogen, en toen knikte de koningin naar me. Toen dacht ik: halleluja. En vanaf dat moment was ik niet meer bang om over excuses te praten, en ik was ook niet meer bang om over herstelbetalingen te praten.
Maar wat ik wel weet, is dat de secretaris-generaal mij de volgende dag ontbood op het ministerie, en ik ben natuurlijk niet gegaan. En dat hij heeft gezegd: eens en nooit weer. Dat merk je ook, want op 1 juli heb ik nooit meer mogen praten. Dat weten de mensen, dus wat dat betreft zie je dat de tijden toch zijn veranderd, en dat we nu gewoon... Iedereen praat over de komma en excuses, etc., etc. Dus ik ben niet ontevreden.
RS: Nee, dank u wel ook voor dat harde en tactische werk.
Herstelbetalingen
RS: En nog één onderwerp dat ik graag met u snel wilde bespreken: de CARICOM. De Caribische gemeenschap heeft een 10-puntenplan, opgesteld als het gaat om wat er dan na een komma zou moeten komen. Hoe kijkt u naar die punten?
BD: Ik was er zelf bij. Nou, even de context: we hebben natuurlijk de Durban Declaration and Program of Action. In de Durban Declaration and Program of Action is de basis gelegd dat landen die slavernij hebben bedreven excuses aanbieden en iets doen met herstel. En wanneer we het hebben over herstel, reparations, repartory justitie, hebben we niet over geld alleen. We hebben het over non-repetitions, bijvoorbeeld. Maar anyway, wat heel belangrijk is in het hele verhaal, is dat we een commissie, een college hebben gehad onder leiding van mevrouw Dagmar Oudshoorn. Die heeft exact gedaan wat de overheid heeft gevraagd: ga na voor ons, ga dialogen realiseren, en ga kijken hoe de mensen tegenover excuses in de wet aankijken.
Want het was Nicolai van de Eerste Kamer die had een breed gedragen motie had aangeboden aan de minister van Binnenlandse Zaken. De minister van Binnenlandse Zaken had met het oog daarop gezegd: "Oké, we houden die motie even aan, en we gaan kijken naar de samenleving. We gaan eerst in de samenleving kijken hoe de mensen erover denken." En ze heeft een mooi rapport uitgebracht, en direct na dat rapport zijn natuurlijk een aantal dingen overgenomen. Die 200 miljoen is bijvoorbeeld, weet ik niet, het is natte vingerwerk geweest, want ik heb hier en daar gevraagd. Ik heb zelf een brief geschreven naar de overheid: "Hoe komen jullie tot 200 miljoen? Wat is dat bedrag eigenlijk?"
Nou, blijkt inderdaad niet, reparations zijn niet herstelbetalingen, het heeft iets te maken met awareness.
RS: Waar we het zo meteen ook over hebben. Maar dan ben ik wel nieuwsgierig naar die punten: wat er moet gebeuren als eenmaal is toegegeven dat we ook verantwoordelijk zijn voor het slavernijverleden en we daar schuld aan hebben. Dan zijn er verschillende punten, zoals een schuld, debt cancellation, dus het kwijtschelden van schulden bijvoorbeeld. Een African Knowledge Program, zie ik. U heeft meegeschreven?
BD: Ja, ik heb meegeschreven.
RS: Maar wordt hij hier ook op gereageerd door het westen?
BD: Ik vertelde over de Durban Declaration, dat daar de basis is gelegd. Er zijn natuurlijk meer momenten hierna geweest, bijvoorbeeld onlangs in Accra, met de African Union en de civil society. Maar deze punten, die in 2013 zijn opgesteld, zijn eigenlijk punten vanuit de soevereine staten. En waar ze nu mee bezig zijn, is om het inclusief te maken. Dat wil zeggen, de meer voices van de nazaten van de tot slaaf gemaakte, op wereldschaal, ook vanuit Nederland, Engeland en Frankrijk, om ze te betrekken bij deze punten en deze te actualiseren.
In 2016 heeft CARICOM al een brief geschreven naar minister-president Rutte over deze punten om in gesprek te gaan. En toen heeft minister-president Rutte een brief teruggeschreven: "Ja, we zijn er mee bezig met Zwarte Piet. We zijn bezig met de VN, die zijn hier voor mensen van Afrikaanse afkomst." Dus Nederland heeft nog niet echt hierop gereageerd.
RS: Maar Zwarte Piet zie ik er inderdaad niet tussen staan.
BD: Nee, maar de minister-president heeft een aantal dingen aangegeven in het kader van racisme.
En nu, in welk stadium zitten we nu? We zitten nu in het stadium dat de CARICOM-landen zich aan het voorbereiden zijn om een tweede fase, dat wil zeggen briefwisseling, en om te komen tot dialoog met die verschillende landen, dus ook met Nederland. En dat gaat binnenkort gebeuren.
RS De strijd gaat door, hoor! Ik hoor het.
BD: Jawel. Maar de vraag is: we zitten nu met een demissionair kabinet. Dus net als het verzoek dat wij hebben gedaan om excuses in de wet te verankeren. Nou, dat is op dit moment, lijkt mij, nog geen draagvlak daarvoor. Maar het is in de pen, het is in gedachte. Dus ik denk dat we, zodra er een nieuw kabinet is, van start gaan.
En hier zit meneer Van Hout. Hij is verantwoordelijk voor het slavernijdossier bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. En ik zie ook meneer Thomas. Ja, zo ben ik eenmaal. Ik laat de mensen gelijk weten dat u degene bent die werkt aan het plan. Zo, we hebben daar het 10-puntenplan. Ik begrijp dat Nederland ook gaat komen met een 10-puntenplan, want de mensen worden allemaal betrokken bij de inspraakprocedures. Dus ik hoop dat, wanneer het 10-puntenplan van Nederland klaar is, we ook echt heel duidelijk kunnen spreken over een proces dat te maken heeft met repratory justice, repatriation, restitution, restoration, reparations, en non-repetitions.
Oké, dank u wel. En nogmaals, een hartelijk applaus voor mevrouw Berry Biekman.
Links
Lees ook: 1 jaar na de excuses voor het slavernijverleden: "We zijn bedrogen"
Post a Comment