Foto: LUSU |
Theatermaker Dewi Kasmo (35) vertelt in haar nieuwe voorstelling ‘LUSU Duizend Dagen’ de ongehoorde verhalen van Javaanse-Surinamers in Nederland. Haar eigen familiegeschiedenis inspireerde haar om dit te doen. “Dat mensen er niets van weten, doet pijn.”
Toen de slavernij in Suriname werd afgeschaft, werden contractarbeiders uit het eiland Java, Indonesië (voormalig Nederlands-Indië) geronseld om op de plantages in Suriname te gaan werken. Na hun contractperiode werden zij aan hun lot overgelaten en hadden ze de keuze om terug te keren naar Indonesië of om in Suriname te blijven.
Maar hoe bouw je een toekomst op zonder een baan, zonder scholing en in een land waarvan de toekomst nog onzeker is? Na de onafhankelijkheid van Suriname in de jaren zeventig groeide deze onzekerheid en kozen veel Surinamers, waaronder ook de Javanen, ervoor om te emigreren naar Nederland. Zo ook de ouders van Dewi. Ze vertelt aan Spot On hoe het is om op te groeien in Nederland en waarom deze geschiedenis vaak nog onzichtbaar is.
Balans vinden tussen twee culturen
Dewi groeide op in Rotterdam en zat op een vrij ‘witte’ school waar ze het gevoel had dat ze niet altijd werd geaccepteerd voor wie ze was. Ze merkte in haar opvoeding dat de Nederlandse cultuur haar eigen Javaanse-Surinaamse cultuur overheerste. “We spraken thuis bijvoorbeeld alleen Nederlands, omdat mijn ouders waarschijnlijk dachten dat als ik de taal goed beheers, ik geaccepteerd zou worden in dit land.” Dewi heeft het gevoel dat ze daardoor onbewust haar Javaanse-Surinaamse cultuur en taal heeft moeten wegdrukken, met als gevolg dat ze nu niet Javaans of Surinaams kan spreken. Dat vind ze soms jammer. Lees het hele verhaal op NPO Spot On.
Trailer theatervoorstelling '1000 dagen'
Post a Comment