Daar waar in veel geschiedenisboeken staat dat de slavernij in 1863 eindigde, begint het verhaal van de contractarbeiders uit Brits-Indië, het huidige India. Met toestemming van koning Willem III werden er zo'n 34.000 Indiërs naar Suriname verscheept om daar als contractarbeiders op plantages te werken. Gedwongen moesten ze vijf jaar arbeid verrichten, en als ze dit niet wilden, stonden daar zware straffen tegenover.
De eerste boot met contractarbeiders, de Lalla Rookh, kwam in 1873 aan in Suriname onder erbarmelijke omstandigheden. De contractarbeiders namen het werk over van de tot slaaf gemaakten. Volgens historici leek deze situatie sterk op slavernij, iets waar de contractarbeiders uiteraard niet mee instemden, wat leidde tot verzet. Over deze verzetsstrijders horen we weinig, maar ze waren er wel. Vandaag hebben we het in het bijzonder over Janey Tetary.
Janey Tetary woonde in India, waar haar man haar had verlaten en ze een uitzichtloos bestaan leidde. Op haar 24ste vertrok ze met haar baby naar Suriname, misleid door verhalen over een beter leven. Men vertelde haar dat Suriname een paradijs was, en dat ze daar voor de overheid zou werken, zonder zware fysieke arbeid te hoeven verrichten. Op 26 november 1880 kwam Janey Tetary na een reis van twee maanden aan in Suriname, samen met honderden andere Indiërs. Bij aankomst werden ze direct naar plantage Zorg en Hoop gebracht, waar ze ondergebracht werden in de voormalige slavenbarakken en waar ze zware arbeid moesten verrichten. Dit stond haaks op de beloftes die hen waren gedaan.
Daarnaast werden de contractarbeiders geconfronteerd met lijfstraffen, en hun loon hing af van de goedkeuring van de opzichters. Als de opzichter vond dat hun werk onvoldoende was, kregen ze geen loon en dus ook geen geld om voedsel of andere benodigdheden te kopen, waardoor velen honger leden en fysiek uitgeput raakten. Vanaf haar aankomst in Suriname kwam Janey Tetary meteen in verzet, samen met andere contractarbeiders. Een echte opstand vond echter pas vier jaar later plaats, op 24 september 1884.
In die tijd gaf de Nederlandse opzichter Barnet Lyon het advies om de contractarbeiders met harde hand aan te pakken, gezien ze gemakkelijk op te ruien waren. De contractarbeiders, onder wie Janey Tetary, probeerden nog steeds te onderhandelen over hun arbeidsvoorwaarden, maar zonder succes. De soldaten omsingelden de plantage. In tegenstelling tot de soldaten hadden de contractarbeiders geen wapens; ze gebruikten stenen, flessen en alles wat ze konden vinden. Janey Tetary had een fles gevuld met modder en water en hief die boven haar hoofd om naar een soldaat te gooien. Op dat moment werd ze van achteren in haar hoofd geschoten door een sluipschutter.
Op de Gravenstraat in Suriname stond jarenlang een borstbeeld van Barnet Lyon, de Nederlandse bewindvoerder die verantwoordelijk was voor de dood van honderden contractarbeiders op onder andere de plantages Zorg en Hoop en Mariënburg. Dankzij de campagne "Tetary moet opstaan", waarmee Tatiana Tjon A Joe verbonden is, staat er nu op dezelfde plek een standbeeld van Janey Tetary.
Post a Comment